
Spreekwoorden: (1914)
Iets voor (of om) de leus doend.w.z. iets voor den schijn doen; welstandshalve. Onder leus, mnl. lose, verstaat men eig. wachtwoord, wapenkreet, strijdleus1) en vandaar, zoo deze voorgewend is, schijn. Vgl. Sewel, 450; Halma, 314: Iets voor de leus of welstaanshalve doen, leurrer quelqu'un, sauver l...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iets voor (of om) de leus doend.w.z. iets voor den schijn doen; welstandshalve. Onder leus, mnl. lose, verstaat men eig. wachtwoord, wapenkreet, strijdleus1) en vandaar, zoo deze voorgewend is, schijn. Vgl. Sewel, 450; Halma, 314: Iets voor de leus of welstaanshalve doen, leurrer quelqu'un, sauver l...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.